Onze website op jouw voorkeuren in richten.
Zo kun je gemakkelijk navigeren en zijn relevante pagina’s sneller vindbaar.
Trouwen doe je niet elke dag. En doodgaan ook niet. Voor de notaris geldt hetzelfde. Maar die heeft wel elke dag te maken met vragen die hem gesteld worden over vermogensrechtelijke gevolgen van samenleven, het uit elkaar gaan of overlijden. Een aantal van die vragen hebben we voor jou hieronder op een rijtje gezet. Om het je wat makkelijker te maken en om je enig houvast te bieden. Zeker voor de momenten dat je wat meer houvast goed kunt gebruiken. Want wij realiseren ons maar al te goed dat jij niet dagelijks met dat bijltje hakt.
Het meest opvallende verschil tussen trouwen en geregistreerd partnerschap is natuurlijk alles eromheen. De huwelijksdag is voor velen de mooiste dag van het leven waarvoor ook alles opzij moet worden gelegd. Kosten noch moeite worden ervoor bespaard. Bij een geregistreerd partnerschap komen minder toeters en bellen te pas. Dit is goed beschouwd het grootste verschil. Andere verschillen zijn minimaal.
Om enkele voorbeelden te benoemen. Voor de huwelijksvoltrekking is het ja-woord het moment dat jullie in de echt worden verbonden. Voor het partnerschap geldt het moment van ondertekenen als het hoogtepunt. Verder moet je voor het beëindigen van een huwelijk langs de rechter, terwijl dit voor een geregistreerd partnerschap in het geheel niet verplicht is. Althans, zolang je geen minderjarige kinderen hebt. Want dan zal ook bij een geregistreerd partnerschap de rechter moeten beslissen over de zorg over de kinderen en over het ouderschapsplan.
Verder zijn de voorwaarden voor beide verbintenissen vrijwel identiek. Trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan mag je maar met één persoon tegelijk, al dan niet van hetzelfde geslacht. Die echtgenoot/partner mag niet jonger zijn dan 18 jaar, en tot op zekere hoogte niet afkomstig zijn uit je eigen familie. Huwelijken tussen neven en nichten zijn formeel toegestaan, maar er wordt hard gewerkt om ook deze huwelijken te verbieden. Gebleken is namelijk dat dergelijke verbintenissen vaak via dwang tot stand komen.
Het geregistreerde partnerschap is een in de wet geregelde samenlevingsvorm. Net als het huwelijk. Het geregistreerde partnerschap is bedoeld voor mensen die hun affectieve relatie willen formaliseren, maar niet voor het instituut huwelijk wensen te kiezen. De gevolgen van het aangaan van het geregistreerde partnerschap zijn ongeveer gelijk aan die van het aangaan van het huwelijk. Een kind dat wordt geboren in een huwelijk of geregistreerd partnerschap van een man en een vrouw heeft van rechtswege beide echtgenoten als ouder.
Het geregistreerd partnerschap wordt ook in het buitenland erkend, maar niet in alle landen. Voor meer informatie over partnerschapsvoorwaarden en over de erkenning van het geregistreerd partnerschap in het buitenland, kan je met ons contact opnemen.
Geregistreerd partnerschap is een samenlevingsvorm waarbij beide partners rechten en plichten ten opzichte van elkaar hebben. Een geregistreerd partnerschap kan buiten de rechter om beëindigd worden.
Om een geregistreerd partnerschap te sluiten is er een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet worden:
Volgens de wet hebben partners bij geregistreerd partnerschap automatisch rechten en plichten tegenover elkaar en ten opzichte van de buitenwereld. Hieronder een opsomming welke rechten en plichten gelden bij geregistreerd partnerschap:
Het geregistreerd partnerschap kan zowel beëindigd worden met of zonder rechter. Indien er minderjarige kinderen zijn of partners het oneens zijn dan gaat ontbinding via de rechter.
Voor de beëindiging van een geregistreerd partnerschap zonder rechter hebben de partners een notaris nodig. Er wordt een overeenkomst opgesteld waarin beide partners verklaren dat ze het partnerschap willen beëindigen. Ook de afspraken die gemaakt zijn over partneralimentatie en pensioen staan erin.
Indien er minderjarige kinderen zijn of beide partners het niet met elkaar eens worden, begint de procedure met een verzoekschrift dat de advocaat verzendt naar de rechtbank. Met dit verzoekschrift wordt een ouderschapsplan meegestuurd. De verdere procedure verloopt hetzelfde als bij een echtscheiding.
De overeenkomst of beschikking van de beëindiging van het partnerschap wordt binnen 3 maanden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Zodra deze overeenkomst of beschikking is ingeschreven is het geregistreerd partnerschap beëindigd.
Indien je vanwege een affectieve relatie samen leeft, ben je wettelijk gezien niets van elkaar. Ieder heeft dan zijn eigen inkomen, bezittingen en schulden en ook fiscaal ben je geen partner van elkaar. Je kan niet profiteren van de voordelen die dat met zich meebrengt, bijvoorbeeld voor de inkomstenbelasting, de erf- en schenkbelasting.
Je kan ook niet meeprofiteren van de goede pensioenregeling van je partner. Je bent ook geen erfgenaam van elkaar.
De vermogensrechtelijke rechtsverhouding tussen jou en je partner met wie je samen leeft, kan je notarieel vastleggen in een samenlevingscontract. Als jullie een samenlevingsovereenkomst hebben en langer dan een half jaar samenwonen, worden jullie fiscaal gelijk behandeld als gehuwden, is een lager percentage schenkbelasting en erfbelasting van toepassing en gelden hogere vrijstellingen voor die belastingen. Het kan je dus heel veel geld opleveren.
Het samenlevingscontract is een overeenkomst waarin je afspraken maakt over allerlei zaken die met het samenwonen verband houden. In de samenlevingsovereenkomst maak je afspraken over bijvoorbeeld:
In een samenlevingscontract kan je een verblijvensbeding opnemen. Een verblijvingsbeding regelt dat gemeenschappelijk bezit bij de andere samenleefpartner komt bij een overlijden. Dit geldt alleen voor gemeenschappelijk bezit. Niet voor privé bezit, zoals spaartegoeden, effectenportefeuilles, auto's, etc. Bedenk dat als je niets regelt, bij kort overlijden na elkaar en als er geen kinderen zijn, alles naar de familie gaat van degene die als laatst overlijdt. Ook de uitkering van een levensverzekering. Je eigen familie staat dan met lege handen en houdt daar wellicht een wat kwakkelig gevoel aan over. Zijn er wel kinderen, dan kunnen die hun erfdeel opeisen en ben je mogelijk gedwongen de woning te verkopen. Je doet er dan ook verstandig aan om naast het samenlevingscontract ook een testament en een levenstestament te maken.
In de praktijk wordt een samenlevingscontract eigenlijk bijna altijd door een notaris opgesteld. Om voor bepaalde regelingen in aanmerking te komen, bijvoorbeeld partnerpensioenregelingen, is een door de notaris opgestelde samenlevingsovereenkomst een vereiste. Door een samenlevingsovereenkomst is een lager percentage schenkbelasting en erfbelasting van toepassing. Het kan je dus een hoop geld schelen.
Overwegen jullie een samenlevingscontract op te laten stellen en wens je meer informatie neem dan met ons contact op.
Tot enige tijd geleden was het zo dat als aanstaande echtgenoten voordat zij gingen trouwen niets regelden bij de notaris, zij automatisch in algehele gemeenschap van goederen waren getrouwd. Daarmee werden alle bezittingen en schulden van vóór het huwelijk en alle bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk ontstonden gemeenschappelijk. Bij echtscheiding moest dan alles door de helft worden gedeeld. Dat is niet meer.
Als je na 1 januari 2018 in Nederland trouwt en je regelt niets bij de notaris, dan ben je automatisch getrouwd in een beperkte gemeenschap van goederen. Alles wat voor het huwelijk privévermogen was, blijft tijdens het huwelijk privévermogen. Ook schenkingen en erfenissen vallen dan niet meer in de gemeenschap van goederen. Vermogen dat echtgenoten gedurende het huwelijk verkrijgen, is gemeenschappelijk en zal bij echtscheiding gedeeld worden. Om het onderscheid tussen privé en gemeenschappelijk vermogen te kunnen maken, moet er een deugdelijke administratie gevoerd worden. Ontbreekt het daaraan dan worden de bezittingen of schulden geacht gemeenschappelijk te zijn en moeten ze bij echtscheiding worden gedeeld.
Redenen om huwelijkse voorwaarden overeen te komen zijn als één van de twee schulden heeft, als één van de twee aanzienlijk vermogen heeft of heeft te verwachten, als één van de twee of beiden ondernemer zijn of een anderszins financieel risico loopt.
Wil je in gemeenschap van goederen trouwen (samen uit, samen thuis) of wil je andere huwelijksvoorwaarden overeenkomen (bijvoorbeeld de ijskoude uitsluiting, ook wel de Jägermeistervariant, waarbij alles privé blijft en niets gedeeld wordt), laat het ons weten, want dan moet je huwelijks voorwaarden maken. Wij helpen jullie graag daarbij.
Koude uitsluiting is het uitsluiten van elke huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap tussen jou en je partner. Als je dat wil bewerkstelligen moeten jullie samen huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden opmaken. Je kan dan vóórdat je gaat trouwen of je als partners laat registreren in jullie huwelijkse voorwaarden dan wel partnerschapsvoorwaarden aangeven dat jullie beider inkomen, bezittingen en schulden gescheiden moeten blijven. Wat je in het verleden hebt opgebouwd blijft apart, evenals toekomstig inkomen en toekomstige bezittingen en schulden. Je kan ook tijdens het huwelijk huwelijksvoorwaarden maken of wijzigen en ook partnerschapsvoorwaarden kunnen jullie tussentijds wijzigen. Je moet dan wel langs de rechter en het pakt dan ook duurder uit.
Overigens betekent koude uitsluiting niet dat je geen wettelijke plicht hebt om voor elkaar te zorgen; de kosten van de huishouding zullen beide partners naar rato van inkomen moeten opbrengen. Het betekent wel dat bij einde huwelijk door echtscheiding alles gescheiden blijft. Wat privé was, blijft privé. Willen jullie dat niet, dan kunnen jullie in de voorwaarden een zogenaamd finale verrekenbeding overeenkomen. In geval van echtscheiding wordt dan verdeeld als waren jullie gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Een finaal verrekenbeding kan jullie overigens ook goed van pas komen als jullie erfbelasting willen besparen bij het eerste overlijden. En wie wil nou liever dat zijn geld naar de fiscus gaat en niet naar zijn geliefde(n). We informeren je graag hoe dat werkt. Bel of e-mail ons en bespaar jezelf een hoop geld.
Nee. Het erfrecht is het totaal van regels en wetten dat bepaalt wie wat erft bij overlijden. Uit de wet volgt wie de erfgenamen zijn. Dat noemen we het versterferfrecht. Wil je daarvan afwijken, dan moet je een testament maken. Dit heet testamentair erfrecht. Je bent dus niet verplicht om een testament te maken. En soms is het ook helemaal niet nodig.
Iedereen vanaf 16 jaar en ouder die wilsbekwaam is kan een testament opmaken.
De notaris behoort de geestesgesteldheid van de testateur nader te onderzoeken als daar aanleiding voor is. Aanleiding kan zijn: een hoge leeftijd, niet meer zelfstandig wonen of het plotseling ingrijpend aanpassen van een testament. Bij twijfel hoort de notaris extra tijd uit te trekken én verder onderzoek te doen, bijvoorbeeld door aanvullende vragen te stellen en deze te herhalen. Of de testateur onder vier ogen te spreken om beïnvloeding door anderen uit te sluiten. Pas als een notaris zeker weet dat de betrokkene wilsbekwaam is, wordt een testament opgesteld of aangepast. Twijfel kan leiden tot uitstel als er nog kans is op herstel. Is die kans er niet, dan wordt geen akte opgemaakt. Een niet behandelend arts zou wel een onderzoek kunnen uitvoeren ter verificatie.
De wet onderscheidt vier groepen van mogelijke erfgenamen. De wet bepaalt in welke volgorde de erfgenamen worden opgeroepen. Als er geen familie (meer) is in een groep, gaat de nalatenschap naar familie in de volgende groep. De groepen zijn als volgt.
Ben je getrouwd en heb je geen kinderen, dan is de langstlevende echtgenoot de enig erfgenaam. Ben je niet getrouwd, maar heb je wel kinderen, dan zijn de kinderen enig erfgenaam, ieder voor een gelijk deel. Ben je getrouwd en heb je kinderen, dan erven de langstlevende echtgenoot en de kinderen ieder een gelijk deel. De wettelijke verdeling is dan van toepassing; de kinderen krijgen de erfenis pas als beide echtelieden zijn overleden.
Een geregistreerd partnerschap wordt in deze toelichting steeds gelijkgesteld met een huwelijk en geregistreerde partners met echtgenoten. Is de erflater met zijn echtgenoot in algehele gemeenschap van goederen gehuwd, dan is de langstlevende echtgenoot op grond van het huwelijksgoederenregime gerechtigd tot de helft van gemeenschap en samen met de kinderen ieder voor een gelijk deel tot de nalatenschap.
Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, vallen niet in deze groep. Hetzelfde geldt voor stellen die een affectieve relatie met elkaar hebben en een samenlevingsovereenkomst met elkaar zijn aangegaan. Zij zijn geen erfgenaam van elkaar. Overlijdt één van hen, dan krijgt de ander niets.
Een stiefkind is geen eigen kind van de overledene en erft volgens de wettelijke regels niet van zijn stiefvader of stiefmoeder. De stiefvader of stiefmoeder kan natuurlijk wel in het testament opnemen dat het stiefkind als een eigen kind is te beschouwen.
Heb je geen echtgenoot en geen kinderen, dan erven je ouders en je (half)broers en (half)zussen. Is je broer of zus al eerder overleden, dan komen diens kinderen daarvoor in de plaats.
Heb je geen echtgenoot, geen kinderen, geen ouders en geen broers of zussen, dan erven je grootouders. Als die al overleden zijn, komen ooms en tantes op. Zijn die overleden dan komen hun kinderen daarvoor in de plaats.
Als er geen familie in groep 3 is dan gaat de nalatenschap naar familie in groep 4.
Als er niemand in groep 1 tot en met groep 4 is te traceren, dan bewaart de staat de nalatenschap twintig jaar. Daarna vervalt de nalatenschap aan de staat.
Binnen iedere groep geldt de zogenoemde plaatsvervulling. Dit betekent dat als iemand uit een groep vóór de erflater is overleden, de afstammelingen van die overleden persoon in zijn of haar plaats treden. Verder geldt dat de echtgenoot een gelijk deel erft als elk kind van de erflater. Volgens het wettelijk erfrecht zijn de echtgenoot en kinderen namelijk samen erfgenaam, ieder voor een gelijk deel. Als de erflater bijvoorbeeld twee kinderen heeft, dan hebben de echtgenoot en de kinderen in principe ieder voor een derde deel recht op de nalatenschap.
Tom overlijdt en laat zijn vrouw Alexandra en twee kinderen achter: Sam en Saar. Zijn zoon Luuk is voor overleden; hij is gestorven voordat zijn vader Tom is overleden. Luuk liet zelf twee kinderen achter, Evi en Mees. Deze twee kinderen erven bij plaatsvervulling ieder 1/8e gedeelte van de nalatenschap terwijl Sam en Saar en de echtgenote van Tom ieder 1/4e erven.
Bij aanwas wast het aandeel van een erfgenaam aan bij een andere erfgenaam. Het aandeel van de andere erfgenaam wordt dan groter. Aanwas vindt bijvoorbeeld plaats als een erfgenaam eerder overlijdt dan degene die een testament heeft gemaakt en plaatsvervulling niet mogelijk of uitgesloten is.
Samantha is overleden. Zij was ongehuwd en had drie dochters, Mieke, Mijke en Marjolein. Mieke is vooroverleden. Zij had twee zonen Dirk en Peter. Samantha heeft bij testament bepaald dat het erfdeel van Mieke niet bij plaatsvervulling over Dirk en Peter wordt verdeeld maar dat het aanwast bij Mijke en Marjolein, zodat hun ieders 1/3 erfdeel wordt vergroot tot een 1/2 erfdeel.
Voor de situatie dat een erflater een echtgenoot en kinderen achterlaat, geldt de wettelijke verdeling die in de wet is opgenomen: de langstlevende echtgenoot krijgt de hele nalatenschap toegedeeld onder de verplichting om de schulden van de nalatenschap voor zijn rekening te nemen. De langstlevende krijgt hierdoor de volledige beschikking over de nalatenschap. Door deze verdeling van de nalatenschap krijgt de langstlevende teveel. Deze echtgenoot krijgt immers alles, terwijl hij slechts recht heeft op zijn toekomende erfdeel, waarvan - zoals wij zagen - de omvang afhankelijk is van het aantal kinderen.
De langstlevende wordt dus overbedeeld. Hierdoor ontstaat een schuld van de langstlevende aan de kinderen. De langstlevende krijgt een overbedelingsschuld. Op hun beurt krijgen de kinderen een niet-opeisbare (al dan niet rentedragende) vordering op de langstlevende ouder tot het bedrag van hun erfdeel. Deze vordering van de kinderen is pas opeisbaar bij het overlijden, hertrouwen of het faillissement van de langstlevende echtgenoot. Tot die tijd kunnen de kinderen dus niet beschikken over hun erfdeel. Als ouder hoef je dan dus niet te vrezen dat je het huis uit zou moeten omdat kinderen hun erfdeel zouden opeisen bij overlijden van je echtgenoot. De langstlevende kan in het huis blijven wonen en geld van de rekening aanwenden voor dagelijks levensonderhoud.
Wanneer iemand overlijdt en een testament heeft opgemaakt, is voor de erfopvolging het zogenaamde testamentair erfrecht van toepassing. De erflater heeft bij uiterste wilsbeschikking bepaald wie van hem erven. Hij kan daarbij afwijken van het versterferfrecht.
Een testament, ook wel uiterste wilsbeschikking, is een notariële akte waarin je aangeeft wie je erfgenamen zijn en wie wat krijgt na je overlijden. De akte bevat je uiterste wil.
Het opmaken van een testament is een eenzijdige rechtshandeling. Een testament bevat een uiterste wil van slechts één persoon. Je kan dus niet met je echtgenoot bijvoorbeeld samen één testament opmaken. Wel kan je beiden dezelfde regeling in je testament opnemen. Bijvoorbeeld ten aanzien van de voogdij van de kinderen. Testamenten van echtgenoten kunnen zelfs zo op elkaar lijken, dat we ze gelijkluidend noemen.
Ja. Zo vaak als je wilt. Een testament is geldig totdat je een nieuw testament maakt en daarbij het oude herroept.
In het leven kan er veel veranderen. De wet kan veranderen en je persoonlijke omstandigheden kunnen veranderen. Daarom is het ook ná het opstellen van een testament en/of een levenstestament voor de toekomst van belang dat regelmatig opnieuw wordt gekeken of je wensen nog overeenkomen met wat er in je testament of levenstestament staat en of dit nog aansluit bij de actuele wet- en regelgeving. Net zoals een auto periodiek moet worden gekeurd.
Dit inhoud van het testament is strikt privé. Gaat niemand wat aan. Ook je betere helft en kinderen niet. Het staat je natuurlijk vrij om de inhoud te delen met wie je wilt, maar de notaris en zijn medewerkers praten met niemand over je testament. Zij hebben een geheimhoudingsplicht. Als je anderen vertelt wat er in je testament staat, moeten zij zich wel goed realiseren dat jij, zonder dat zij dat weten, je testament elk moment kunt wijzigen. Wat er in het laatste - toepasselijke - testament staat blijkt pas na overlijden van de testateur.
Voor een testament moet je naar de notaris. Daar is geen ontkomen aan.
In de volgende situaties is het in elk geval verstandig om een testament op te maken:
Het kan natuurlijk ook zijn dat je goede redenen hebt om ten aanzien van een meerderjarige een bewind in te stellen:
Maak je geen testament, dan val je terug op het versterferfrecht. Dat kan tot ongewenste gevolgen leiden, zoals:
In beginsel ben je vrij om in het testament te bepalen wat je wilt. Daar is wel een aantal uitzonderingen op. Je mag bijvoorbeeld niet ten voordele van de verpleegkundige, de behandelend arts of de geestelijke, door wie je verpleegd bent of bent bijgestaan gedurende de ziekte waaraan je overlijdt, beschikkingen maken tijdens die ziekte. Het is de notaris verboden om een akte te verlijden die een begunstiging van hemzelf, zijn echtgenoot of een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad inhoudt.
Je kan iemand onterven. Kinderen hebben altijd recht op een bepaald deel van de waarde van de nalatenschap, de legitieme portie. Dit minimumdeel van de waarde van de nalatenschap is altijd de helft van wat zij als erfgenaam bij versterf - dus in de situatie dat er geen testament was - zouden krijgen. Stel, de erflater laat een echtgenoot en drie kinderen achter. Dan is de waarde van de legitieme portie 1/8e deel van de nalatenschap (de helft van 1/4e).
Als een onterfd kind een beroep doet op zijn legitieme portie, wordt hij daardoor niet mede-erfgenaam. Hij krijgt niet een aandeel in alle goederen en schulden van de nalatenschap. Het onterfde kind krijgt alleen een vordering in geld jegens de erfgenamen. Hij kan dus niet de afwikkeling van de nalatenschap tegenwerken door als erfgenaam dwars te liggen. Dit was vroeger nog anders: door een beroep op zijn legitieme portie werd het onterfde kind mede-erfgenaam en hadden de andere erven zijn medewerking nodig bij afwikkeling en verdeling van de nalatenschap. Dat gaf vaak gedoe.
Het recht om een beroep te doen op de legitieme portie vervalt vijf jaar na het openvallen van de nalatenschap. Het is mogelijk in een testament - met een niet-opeisbaarheidsclausule - te bepalen dat de legitieme portie voor zover deze ten laste komt van de echtgenoot, pas opeisbaar is wanneer de langstlevende echtgenoot komt te overlijden.
Ook de echtgenoot kan, net als een kind, onterfd worden. De echtgenoot heeft echter geen legitieme portie. Door te huwen in gemeenschap van goederen, sta je in dat geval niet helemaal met lege handen. Ben je niet in gemeenschap van goederen gehuwd dan kan de onterfde echtgenoot enkele andere wettelijke rechten inroepen.
Zo heeft de onterfde partner recht op een voortgezet gebruik van de woning en inboedel gedurende zes maanden na het overlijden mits de woning tot de nalatenschap behoort. Hiermee wordt voorkomen dat de langstlevende partner de woning direct moet verlaten. Voor de periode daarna is het mogelijk om een recht van vruchtgebruik op woning en inboedel te vestigen. De andere erfgenamen zijn dan verplicht hun medewerking te verlenen en kunnen de woning niet verkopen. De erfgenamen kunnen de kantonrechter vragen om het vruchtgebruik op te heffen, of om hen te ontheffen van de verplichting tot vestiging van het vruchtgebruik. De kantonrechter beoordeelt dan of de langstlevende wel echt behoefte heeft aan het vruchtgebruik op de woning en de inboedel.
Ook op andere bezittingen kan de langstlevende onterfde echtgenoot een vruchtgebruik laten vestigen, bijvoorbeeld op een bankrekening. Voor de vestiging van een vruchtgebruik op andere bezittingen dan de woning en de inboedel gelden strengere eisen. De langstlevende moet dan ’een verzorgingsbehoefte’ aannemelijk maken. Voor de beide hiervoor beschreven vruchtgebruiken gelden termijnen waarbinnen de langstlevende een beroep moet doen op deze rechten.
Het maken van een testament vereist in veel gevallen maatwerk. Er zijn verschillende soorten testamenten denkbaar. De belangrijkste zijn:
Maak je geen testament dan is de wettelijke verdeling van toepassing. Maak je wel een testament dan kan je afwijken van de wettelijke verdeling, maar je kan ook de wettelijke verdeling aanhouden en aanvullend andere zaken in je testament regelen.
De quasi wettelijke verdeling is een slimme vorm van de wettelijke verdeling. Hierbij krijgt de langstlevende - die ook tot executeur wordt benoemd - de bevoegdheid om alle goederen uit de nalatenschap aan zichzelf toe te delen, zoals bij de wettelijke verdeling of op een andere wijze de verdeling te bewerkstelligen, zoals het hem goeddunkt. De kinderen krijgen in dat geval een vordering op de langstlevende die net zo groot is als de waarde van hun erfdeel. In de eerste drie maanden na het overlijden kan men de wettelijke verdeling ongedaan maken. Deze termijn is relatief kort en kan via een quasi wettelijke verdelingstestament worden verlengd tot acht maanden.
Als je echtgenoot reeds is overleden, dan gaat je volledige vermogen naar de kinderen, mits die er zijn. Dat is groep 1. Als er geen echtgenoot is geweest en er ook geen kinderen zijn, dan moet de notaris na het overlijden van de erflater op zoek naar erfgenamen in de volgende groepen; dus naar broers en zussen, daarna naar ouders, ooms en tantes en daarna naar grootouders, oudooms en oud tantes. Zijn er geen erfgenamen tot en met de 6e graad aanwezig dan gaat je nalatenschap naar de Nederlandse staat. Wil je dat niet of wil je ook niet dat je nalatenschap over verre onbekende familieleden uitwaaiert, maar dat je favoriete nichtje je enig erfgenaam wordt, dan doe je er goed aan om een testament op te stellen. Je zou je vermogen ook kunnen nalaten aan goede doelen waar je sympathie voor voelt. Misschien zijn er vrienden die je wat wilt nalaten of wil je een mooi kunstwerk aan een museum legateren. Het is aan jou. Benoem in ieder geval iemand tot executeur testamentair, die praktische zaken - zoals de uitruiming van de woning en de uitvaart - kan verzorgen en de nalatenschap kan afwikkelen.
Je nalatenschap gaat, indien je bent gehuwd, krachtens het versterferfrecht naar de langstlevende. Jouw nalatenschap gaat dan bij het overlijden van de langstlevende krachtens het versterferfrecht naar de familie van je echtgenoot en niet naar jouw eigen familie. En andersom natuurlijk. Wil je dat niet, dan moet je een testament opstellen.
Bij de wettelijke verdeling wordt de nalatenschap aan de langstlevende echtgenoot toegedeeld. Als die zou hertrouwen, moeten de kinderen maar afwachten wat er nog over is bij overlijden van die langstlevende. De wilsrechten van de kinderen bieden weliswaar enige waarborg, maar rechten van de kinderen kunnen ook worden versterkt met een vruchtgebruik testament. Bij het vruchtgebruik testament krijgt de langstlevende echtgenoot de beschikking over de “vruchten” (inkomsten) van de nalatenschap. De kinderen krijgen de (bloot) eigendom van de nalatenschap. Dat geeft de kinderen iets meer zekerheid en hiermee is ook de positie van de langstlevende gewaarborgd. De kinderen moeten wel erfbelasting betalen op het moment dat ze het blooteigendom verkrijgen. Meestal wordt dat voldaan uit het vermogen waarop het vruchtgebruik is gevestigd. Als vervolgens de langstlevende ouder komt te overlijden, dan krijgen de kinderen de volle eigendom van de nalatenschap. Over de waardeaangroei is geen erfbelasting verschuldigd. Een vruchtgebruik testament komt in meerdere varianten voor. Het testament kan er bijvoorbeeld in voorzien dat de langstlevende zelf mag bepalen van welke goederen hij/zij het vruchtgebruik wil ontvangen en welke goederen de langstlevende in volle eigendom wil ontvangen. Zo’n testament wordt een “keuze-legaat” genoemd.
Als je als ondernemer een onderneming voert, bijvoorbeeld met een bv-structuur, wat betekent je overlijden dan voor de continuïteit van je onderneming? Heb je geen testament en is het versterferfrecht van toepassing dan worden de aandelen toegedeeld aan je echtgenoot en krijgen de kinderen een vordering op die echtgenoot. Maar wie kan dan het bestuur van de vennootschap vormen en wat zeggen de statuten of de aandeelhoudersovereenkomst over wat er met de aandelen moet gebeuren. De beoogde bedrijfsopvolger staat in dat geval met lege handen. Hij zal met de langstlevende dan aan tafel moeten om te spreken over de prijs en voorwaarden voor de aandelenoverdracht. Nou, dan weet je het wel. Je moet dat dan ook zien te voorkomen. Als je dat weet te voorkomen, kun je ook nog eens gebruik maken van de erg aantrekkelijke bedrijfsopvolgingsregeling. De onderneming kan met die regeling tegen beperkte erfbelasting (en wellicht box 2 heffing) worden overgedragen aan een bedrijfsopvolger, bijvoorbeeld zoon- of dochterlief.
Een tweetrapsmaking, ook wel fideï-commis of erfstelling over de hand, is een clausule in een testament waarmee jij een erfgenaam kunt benoemen en waarbij jij tevens bepaalt wie bij overlijden van deze erfgenaam daarna de erfgenaam zal zijn van hetgeen dan nog resteert. De eerste erfgenaam wordt aangeduid met 'bezwaarde'. De laatste erfgenaam wordt aangeduid met de 'verwachter'. Je kan daarmee bijvoorbeeld bepalen dat je partner enig erfgenaam is, en dat pas na overlijden van je partner je kinderen erfgenaam zijn. Maar ook andere tweetrapsmakingen zijn voorstelbaar.
Erflater Pieter overlijdt. Zijn vrouw Antoinette is voor overleden. Zijn dochter en zoon zijn de enig erfgenamen. Zij krijgen alle twee een gelijk erfdeel. Pieter wilde zijn kinderen gelijk behandelen. Over zijn zoon maakte hij zich nooit zoveel zorgen. Over zijn dochter wel. Zij heeft een foute vent getrouwd. Samen zijn zij kinderloos gebleven. Pieter wilde zijn dochter echter niet te kort doen. Hij vermaakte haar dan ook een even groot erfdeel als wat zijn zoon kreeg. Maar Pieter wilde voorkomen dat als zijn dochter overlijdt, het door hem aan zijn dochter nagelaten erfdeel dan bij die verkwistende en vervelende vent van haar terecht komt. Daar heeft hij toch niet een leven lang hard voor gewerkt. Pieter regeert feitelijk over het graf van zijn dochter heen door te bepalen dat als zijn dochter na hem komt te overlijden, de door hem aangewezen verwachters (bijvoorbeeld de kinderen van zijn zoon) dan erfgenaam zijn van hetgeen er van zijn nalatenschap nog over is bij het overlijden van zijn dochter.
Redenen voor het maken van een tweetrapsmaking kunnen zijn:
Bezwaren aan een tweetrapsmaking zijn dat de bezwaarde volledig op het vermogen kan interen en er dan voor de verwachters niets resteert. Daarnaast vereist de tweetrapsmaking dat er een gescheiden en degelijke administratie moet worden gevoerd en er rekening en verantwoording moet worden gedaan door de bezwaarde aan de verwachter.
Wij bevelen aan om ook in je testament te bepalen wat er na je overlijden gebeurt met je Instagram, Facebook, Twitter, LinkedIn, Snapchat en andere onlineaccounts indien je die hebt. Misschien zit je op Tinder of Second Love. Wil jij je profiel verwijderen of wil je een gedenkpagina? Er zijn verschillende manieren om te voorkomen dat je na je overlijden digitaal onsterfelijk blijkt.
Wij hebben voor je digitale nalatenschap een social media testament ontwikkeld. Daarin leg je vast:
Je kan natuurlijk ook zelf een lijstje bijhouden van alle sites waar je een profiel of account hebt of dit in je codicil verwerken. Bewaar dat lijstje of je codicil op een plek die gemakkelijk vindbaar is voor je nabestaanden. Je gebruikersnaam en een bewijs van overlijden is voor social media diensten meestal voldoende om op verzoek van directe nabestaanden je profiel te verwijderen. Vaak kun je bij een social media platform instellen wat er na je overlijden met je account gebeurt. Bij Google kun je bijvoorbeeld aangeven wat er met je gegevens dient te geschieden na een bepaalde periode waarin je niet hebt ingelogd. Facebook verlangt voor het opheffen van een account na overlijden een scan of foto van de akte van overlijden en bij gebrek daarvan andere documenten, zoals een verklaring van erfrecht. Op verzoek van familie of vrienden kan er ook een in memoriam account op Facebook worden aangemaakt of kun je tijdens leven een legacy contact benoemen.
Let ook op wat er met je gegevens in de cloud gebeurt. Sommige hostingpartijen verwijderen al je bestanden na je overlijden. Ook foto's die misschien van waarde zijn voor je nabestaanden. Misschien heb je ook betaalde accounts die elke maand van je incasseren. Of accounts met een tegoed. Maak het je nabestaanden gemakkelijk om die accounts stop te zetten en het tegoed op te vragen.
Vermogende particulieren kiezen veelal voor een combi-testament, ook wel Een modern testament of keuzetestament genoemd. Deze vorm van testeren biedt flexibiliteit en maakt het mogelijk erfbelasting te besparen. De langstlevende partner krijgt met het combi testament een aantal keuzes ter beschikking die op het moment van het opstellen van het testament nog niet bekend waren. De term combi ziet erop dat de langstlevende kan kiezen voor volle eigendom of vruchtgebruik.
Mogelijk is er behoefte of goede reden om in een testament een aantal vaker voorkomende clausules op te nemen. Denk aan:
We kennen drie soorten executeurs. De uitvaartexecuteur, beheersexecuteur en de executeur-afwikkelingsbewindvoerder. De uitvaartexecuteur is uitsluitend bevoegd om de uitvaart te doen verzorgen. De beheersexecuteur is bevoegd de nalatenschap te beheren. De derde executeur is de executeur-afwikkelingsbewindvoerder. Deze executeur heeft de meest vergaande bevoegdheden, zoals de bevoegdheid tot het verdelen van de nalatenschap.
Een executeur die is aangewezen in een testament of codicil van vóór 2003, aan wie blijkens dit testament of codicil ‘het recht van bezit’ is toegekend, wordt gelijkgesteld met de beheersexecuteur. Ontbreekt ‘het recht van bezit’, dan is er sprake van een uitvaartexecuteur.
De executeur is verantwoordelijk voor de afwikkeling van de erfenis. De executeur heeft twee wettelijke taken: het beheren van de (goederen van de) nalatenschap en het voldoen van de schulden van de nalatenschap.
Een executeur voert met uitsluiting van de erfgenamen het beheer over de erfenis. Dit betekent dat het de erfgenamen niet is toegestaan om beheershandelingen uit te voeren. Dat is een privatieve bevoegdheid. Dat wil zeggen dat de erfgenamen in beginsel zelf geen vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben. Het verdelen van de erfenis is dus geen taak van een executeur. De verdeling van de erfenis vindt plaats door de erfgenamen zelf nadat de executeur zijn taken heeft verricht. Om de taken goed te kunnen uitvoeren is een executeur verplicht om een boedelbeschrijving te maken: een overzicht van alle bezittingen en schulden op de datum van het overlijden van de erflater.
De taak van een executeur kan op verschillende manieren eindigen. De meest voor de hand liggende manier is wanneer een executeur zijn taak heeft voltooid. Zijn taak kan echter ook van rechtswege eindigen door zijn eigen dood of bijvoorbeeld doordat hij ontslagen wordt door de kantonrechter. De executeur moet zijn taak volbrengen tot het moment waarop zijn taak beëindigd is. Je kan niet zomaar stoppen als jij de benoeming hebt aanvaard. Het is derhalve van belang dat je als executeur weet waar je aan begint voordat je de taak accepteert.
Een executeur moet aan het einde van zijn taken rekening en verantwoording afleggen over het door hem gevoerde beheer aan degene die na hem tot beheer bevoegd is. Dit kan een opvolgend executeur of vereffenaar zijn, maar het kunnen ook de erfgenamen van de erflater zijn. Gaan zij akkoord met de rekening en verantwoording, dan verlenen zij kwijting aan de executeur en eindigt daarmee diens verplichting als executeur-testamentair.
Als je bepaalde goederen of een bedrag concreet aan iemand of een goed doel wilt toedelen, dan kun je dit in je testament opnemen. Maar je kan het ook in een codicil vastleggen. Een codicil kan niet op alle goederen zien; het mag alleen gemaakt worden met betrekking tot kleding, lijfsieraden en/of inboedelgoederen. Daarnaast kan je in het codicil je wensen rondom je uitvaart en je sociale media accounts opnemen.
Een codicil is een onderhands stuk. Het codicil moet je zelf met de hand schrijven. Je mag het dus niet met de tekstverwerker maken. Het moet voorzien zijn van een datum en je handtekening. Het wordt dus niet opgemaakt door een notaris. We kunnen het wel voor je controleren of het geldig is, als je dat fijn zou vinden. Het is wel raadzaam je erfgenamen op de hoogte te brengen van het bestaan van een codicil dan wel je codicil aan je testament of aan je levenstestament te hechten. Zodat het niet kwijt raakt of onvindbaar blijkt.
Het testament gaat bij de notaris in de kluis en daar blijft het ook. Alle testamenten worden ingeschreven in het Centraal Testamentenregister (CTR). Zo kunnen erfgenamen na het overlijden van een overledene zien of er een testament is gemaakt en bij welke notaris. De inhoud van de akte is bij het CTR niet zichtbaar. Iedereen kan dit register raadplegen. Het adres van het CTR is:Postbus 19398, 2500 CJ Den Haag. Telefoon: 0900 - 11 44 114 (€ 0,25 per minuut).
Wat een shock zal dat zijn. Ook als het niet onverwacht komt. In heel veel gevallen is een overlijden aangrijpend. Er komt dan ook veel op je af. Als je het eerste verdriet een plaats hebt kunnen geven, wordt je geconfronteerd met de administratieve afhandeling die er nu eenmaal altijd bij komt kijken. De afwikkeling van de nalatenschap. Dat is iets wat je helemaal zelf zou kunnen doen. Maar vaak ligt het allemaal erg gevoelig en je wilt de onderlinge familieverhoudingen niet onnodig belasten. In veel gevallen ontbreekt het aan de energie, kennis en ervaring. Zeker als er sprake is van minderjarige kinderen, onder curatele gestelde partijen, onder bewind geplaatst vermogen of als internationale aspecten een rol spelen. Er moet misschien een huis ontruimd worden en er moet aangifte worden gedaan voor erfbelasting en inkomstenbelasting. Er moet verdeeld gaan worden. Hoe en wat je verdeelt kunnen wij voor je opschrijven in een akte van verdeling.
Maar eerst moet je een keuze maken. Als een nalatenschap openvalt kan je die zuiver aanvaarden, verwerpen of beneficiair aanvaarden. Als je de nalatenschap zuiver aanvaardt, ben je aansprakelijk voor de schulden. Zeker als je niet weet of de nalatenschap een positief saldo heeft, doe je er verstandig aan om beneficiair te aanvaarden. Je maakt dan eerst een boedelbeschrijving. Blijken er dan meer schulden dan bezittingen te zijn, dan kan je de nalatenschap verwerpen. Wij kunnen je in alle gevallen helpen. Wees overigens wel voorzichtig en ben direct na het overlijden al alert. Als je bijvoorbeeld na het overlijden met familie wat gaat eten of drinken en je rekent af met een bankpas van de overledene, dan is dat te beschouwen als een aanvaardingshandeling en kan je gehouden zijn de schulden van de nalatenschap te dragen.
Een verklaring van erfrecht is een notariële akte waarin is opgenomen:
De erfgenamen kunnen zo hun recht op de nalatenschap aantonen. Een verklaring van erfrecht kan alléén door een notaris worden opgemaakt. Wij kunnen dat voor de erfgenamen verzorgen: ook als het testament niet door ons kantoor is opgemaakt, maar bij een andere notaris.
Je hebt een verklaring van erfrecht nodig omdat banken bij overlijden de rekeningen die ten name zijn gesteld van hun overleden rekeninghouder zo spoedig mogelijk zullen blokkeren. Als er iemand over die bankrekening wenst te kunnen beschikken, moet jegens de bank afdoende aangetoond worden dat diegene daartoe ook echt bevoegd is. De bank gaat daarbij natuurlijk niet op de blauwe ogen af. Zij zal een verklaring van erfrecht verlangen. Maar ook de belastingdienst zal voor een belastingteruggave ten behoeve van de nalatenschap om een verklaring van erfrecht vragen. Zodat zij weet wie gerechtigd zijn. En in geval de woning van de overledene wordt verkocht is ook een verklaring van erfrecht vereist. De notaris die de overdracht van die woning verzorgt, zal de beschikkingsbevoegdheid van verkoper immers moeten vaststellen. Vaak is er al heel snel na het overlijden behoefte aan een verklaring van erfrecht om door te kunnen.
Heel vaak wel, maar waarom kosten maken als het niet nodig is? Een verklaring van erfrecht is niet vereist als:
Maar de bank gelooft je niet op je blauwe ogen. Je zal bewijsstukken moeten verzamelen en die moeten overleggen, zoals een akte van overlijden, een uittreksel uit de Basisregistratie Personen en een verklaring van het Centraal Testamentenregister. Dat brengt kosten en vaak frustratie met zich. In bijna alle gevallen blijkt het lonend en veilig om een verklaring van erfrecht bij ons op te vragen.
Dat doet de notaris. Die geeft de verklaring van erfrecht af. Je bent op afspraak altijd welkom bij ons op kantoor. Maar je kan ons ook om een verklaring van erfrecht verzoeken via onze website www.maesnotarissen.nl, per e-mail, met een brief per post of ons even bellen. Maar net wat je voorkeur heeft. We hebben wel wat gegevens van je nodig en zullen je die vragen. Wij doen daarna onderzoek in de diverse registers en sturen aan de erfgenamen een door hun te ondertekenen en aan ons te retourneren verklaring. Het is dus niet noodzakelijk om bij ons op kantoor langs te komen als je een verklaring van erfrecht wilt aanvragen, maar je bent natuurlijk altijd van harte welkom. Misschien vindt je het fijn om kennis te maken met de behandelaar van ons kantoor die zich over jullie zal ontfermen en rust, betrouwbaarheid en zekerheid biedt. Misschien heb je de behoefte om nog wat aan ons toe te lichten. Of heb je vragen. Weet dat we je graag op kantoor ontvangen. De cappuccino staat voor je klaar.
De groep personen die de afgifte van een verklaring van erfrecht kan verlangen is zeer divers en valt ruwweg onder te verdelen in twee categorieën:
In de meeste gevallen wordt een verklaring van erfrecht aangevraagd door één van de erfgenamen, zoals de langstlevende echtgenoot of partner, kind(eren), broer, zus, enzovoorts. Zijn er meerdere erfgenamen bevoegd (bijvoorbeeld de kinderen), dan zal vaak al vooraf overleg plaats moeten hebben tussen de erfgenamen wie van hen de financiële zaken mede ten behoeve van de anderen mag regelen. Die persoon zal dan ook meestal de notaris benaderen met de vraag om een verklaring van erfrecht op te stellen. De notaris kan indien de erfgenamen dat willen ook boedelvolmachten opstellen, zodat één van de erfgenamen namens de andere erfgenamen bevoegd is om de nalatenschap af te wikkelen.
Het is echter ook mogelijk dat de langstlevende echtgenoot of partner over de nalatenschap mag beschikken, maar dat iemand anders (bijvoorbeeld: één van de kinderen) namens de langstlevende de notaris benadert om een verklaring van erfrecht aan te vragen.
Overigens zal de notaris altijd contact opnemen met de langstlevende voor de ondertekening van de documenten en de uitleg met betrekking tot de wijze van aanvaarden van de nalatenschap, aangezien de notaris een zorgplicht heeft.
Om een verklaring van erfrecht voor je op te kunnen stellen, hebben wij gegevens nodig. Je kan deze gegevens aan ons toesturen per e-mail of per post, maar mag ze natuurlijk ook altijd aan de balie (laten) afgeven.
Het gaat om de volgende gegevens, indien en voor zover van toepassing:
Nadat wij de gegevens zoals hiervoor aangegeven van je hebben ontvangen, gaan wij onderzoek doen in de diverse registers.
Nadat op deze wijze de vererving in beeld is gebracht, worden de erfgenamen door ons bericht. Met dit bericht wordt tevens een verklaring van aanvaarding meegezonden met bijbehorende informatie over de verschillende wijzen van aanvaarding. Er zijn twee wijze van aanvaarding: (1) zuivere aanvaarding en (2) beneficiaire aanvaarding. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de nalatenschap te verwerpen.
Wij gaan er daarbij vanuit dat de opdrachtgever/contactpersoon de eventuele overige erfgenamen heeft geïnformeerd over de opdracht aan ons kantoor en over de omvang van de nalatenschap.
In een aantal gevallen kan je een Europese verklaring van erfrecht nodig hebben, bijvoorbeeld als de overledene in Nederland woonde en een woning en een bankrekening in het buitenland had. In dat geval kan de Europese verklaring van erfrecht zowel in Nederland als in het buitenland worden gebruikt, onder andere voor het toegang krijgen tot buitenlandse bankrekening(en) van de overledene, de tenaamstelling van deze rekening wijzigen en een (vakantie)woning op naam te krijgen. De Europese verklaring van erfrecht wordt net als de ‘gewone’ verklaring van erfrecht gebruikt om bewijs te leveren van de rechten van alle erfgenamen.
Deze kan worden aangevraagd door de erfgenamen en door bijvoorbeeld een executeur.
Eerst zal moeten worden vastgesteld of de Nederlandse notaris wel bevoegd is om de Europese verklaring van erfrecht af te geven. Om dit voor je te kunnen beoordelen vragen wij je om een aantal gegevens naar ons te mailen onder andere: dat het om een Europese verklaring van erfrecht gaat, je contactgegevens en een korte uitleg met betrekking tot de situatie. Aan de hand daarvan nemen wij contact met je op of wij je behulpzaam kunnen zijn bij de afgifte van de Europese verklaring van erfrecht. Voor het opstellen van een Europese verklaring van erfrecht geldt geen standaardtarief, omdat dit geheel afhankelijk is van de situatie en de werkzaamheden die verricht moeten worden. De kosten van een Europese verklaring van erfrecht liggen over het algemeen een stuk hoger dan de kosten van een ‘gewone’ verklaring van erfrecht en de afgifte daarvan neemt over het algemeen meer tijd in beslag. Je ontvangt vooraf een indicatie van de kosten en de benodigde tijd.
Over schenkingen en erfenissen wordt belasting geheven. De Successiewet regelt beide: de heffing van erfbelasting over erfrechtelijke verkrijgingen en de heffing van schenkbelasting over schenkingen.
Op grond van de wet wordt erfbelasting geheven over de waarde van alles wat een persoon ‘krachtens erfrecht’ ontvangt uit de nalatenschap van iemand die op het moment van zijn overlijden in Nederland woonde. De nationaliteit van de erflater is hierbij niet van belang. Het maakt verder niet uit of iemand iets verkrijgt als erfgenaam of legataris. Daarnaast wordt erfbelasting geheven over wat iemand ontvangt van een Nederlander die overlijdt binnen tien jaar nadat hij Nederland heeft verlaten.
In de Successiewet wordt het civiele begrip ‘krachtens erfrecht verkregen’ nog verder uitgebreid, zodat er ook verkrijgingen onder vallen die civielrechtelijk niet door erfrecht zijn verkregen. Dit zijn fictieve verkrijgingen. De fictieve verkrijgingen zijn opgenomen om belastingbesparende constructies rond erfenissen te voorkomen. Hierna volgt een korte bespreking van deze fictiebepalingen.
Als een erflater tijdens leven de eigendom van een goed overdraagt en zich daarbij het ‘genot’ van het goed voorbehoudt, dan leidt deze overdracht onder bepaalde voorwaarden tot belastingheffing op het moment dat de erflater komt te overlijden. Er wordt dan erfbelasting geheven alsof het goed zich nog in het vermogen van de erflater bevindt. Een voorbeeld van een dergelijke constructie die in het verleden vaak voorkwam is de overdracht van de woning aan de kinderen onder voorbehoud van het recht van gebruik en bewoning. De voorwaarden voor een fictieve verkrijging zijn dat de erflater partij moet zijn geweest bij een rechtshandeling waardoor hij tot zijn dood een vruchtgebruik of periodieke uitkering heeft gehad, die ten koste of ten laste van de verkrijger is gekomen. Belastingheffing komt slechts aan de orde bij rechtshandelingen tussen de erflater en de echtgenoot, samenwonende of geregistreerde partner van de erflater of zijn bloed-/aanverwanten tot en met de vierde graad.
Er wordt geen erfbelasting geheven als de periodieke uitkering of voorbehouden genot meer dan 180 dagen voor het overlijden van de erflater is gestopt, de verkrijger overlijdt vóór de erflater of de erflater over het vruchtgebruik jaarlijks 6 procent rente heeft voldaan.
Ook uitkeringen uit levensverzekeringen vallen onder bepaalde voorwaarden onder de heffing van erfbelasting. De begunstigde bij een levensverzekering verkrijgt de uitkering civielrechtelijk niet krachtens erfrecht. Hij ontvangt de uitkering immers niet uit een nalatenschap, maar van een verzekeraar. De wetgever heeft bepaald dat alles wat door of na het overlijden van een erflater wordt verkregen uit een overeenkomst van levensverzekering geacht wordt krachtens erfrecht te zijn verkregen, tenzij er niets aan het vermogen van de erflater is onttrokken. Als de premies voor levensverzekering door iemand anders dan de erflater zijn betaald, dan is er niets aan zijn vermogen onttrokken. In dat geval zijn de uitkeringen uit die levensverzekering niet belast met erfbelasting.
Voor de situatie dat aandelen of winstbewijzen van een vennootschap geen onderdeel zijn van de nalatenschap van de erflater, maar wel in waarde stijgen door het overlijden van de erflater, heeft de wetgever een fictiebepaling opgenomen. Deze bepaling houdt in dat als de waarde van de aandelen of winstbewijzen is gestegen door het overlijden van de erflater, de waardestijging geacht wordt krachtens erfrecht te zijn verkregen. Deze fictiebepaling is van toepassing als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:
De achtergrond van deze bepaling is om het ontgaan van heffing van erfbelasting over de winst van een vennootschap te voorkomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de situatie dat een ouder aandelen in een pensioenvennootschap al tijdens leven heeft overgedragen aan de kinderen en door de vrijval van het pensioen door het overlijden van de ouder de waardestijging bij de kinderen terechtkomt.
Schenkbelasting is een belasting die de ontvanger van een schenking betaalt over schenkingen. Er wordt geheven over de waarde van alles wat door een schenking wordt verkregen van iemand die op het moment van de schenking in Nederland woonde. De nationaliteit van de schenker is hierbij niet van belang. Ook voor de schenkbelasting zijn enkele fictiebepalingen opgenomen in de wet. Wij kennen de volgende fictiebepalingen:
Een Nederlander die een schenking doet binnen tien jaar nadat hij Nederland heeft verlaten, wordt geacht op het moment van de schenking in Nederland te wonen.
Iemand die in Nederland heeft gewoond en binnen één jaar nadat hij Nederland heeft verlaten een schenking doet, wordt ongeacht de nationaliteit geacht op het moment van de schenking in Nederland te wonen.
Alles wat een erflater die in Nederland woonde in de periode van 180 dagen vóór zijn overlijden heeft geschonken, wordt beschouwd als een verkrijging krachtens erfrecht. Een uitzondering op deze regel geldt bij gebruik van de verhoogde vrijstelling van schenkbelasting die geldt tussen ouders en kinderen bij de financiering van de eigen woning van een kind. Daarop kan ook een beroep worden gedaan in het zicht van overlijden.
De ontvanger is schenkbelasting verschuldigd. Betaalt de ontvanger de schenkbelasting echter niet, dan is de schenker aansprakelijk voor de verschuldigde schenkbelasting. Als de schenker ook de schenkbelasting voor zijn rekening neemt, is sprake van een schenking vrij van recht. In dat geval wordt de verschuldigde belasting nog eens extra als schenking belast.
Voor de erf- en schenkbelasting geldt een(zelfde) progressief tarief.
Deel belaste verkrijging | Tariefgroep 1 (partner en kinderen) | Tariefgroep 1A (kleinkinderen) | Tariefgroep 2 (overige verkrijgers) |
€ 0 - 152.368 | 10% | 18% | 30% |
€ 152.368 en meer | 20% | 36% | 40% |
De Successiewet kent voor zowel schenkingen als erfenissen verschillende vrijstellingen. Als je overweegt om te schenken of wanneer je een testament wilt laten opstellen, is het goed om met deze vrijstellingen rekening te houden.
Bij de keuze voor een testament is het goed om te kijken naar mogelijkheden om de vrijstellingen in de erfbelasting ook daadwerkelijk volledig te benutten. Zo kun je de erfenis behalve aan je partner of (meerdere) kind(eren) ook voor een deel laten toekomen aan je kleinkinderen (al dan niet onder het bewind van hun ouders) waardoor je nog meer gebruik maakt van de vrijstellingen.
De vrijstelling hangt af van je relatie met de overledene. We hebben dit voor je in een overzicht gezet.
Relatie tot erflater | 2024 |
Echtgenoot, geregistreerd partner, samenwonend partner | € 795.156 |
Kind, pleegkind of stiefkind | € 25.187 |
Kleinkind | € 25.108 |
Achterkleinkind | € 2.658 |
Kind met een beperking | € 75.546 Hiervoor gelden voorwaarden |
Ouders | € 59.643 Erven u en uw partner allebei? Dan is de vrijstelling voor u samen € 59.643. |
Andere erfgenaam, bijvoorbeeld een broer of zus | € 2.658 |
ANBI's en SBBI's | Volledig vrijgesteld |
Is de waarde van je erfenis lager dan of gelijk aan je vrijstelling? Dan betaal je geen erfbelasting.
Is de waarde van uw erfenis hoger dan je vrijstelling? Dan betaal je erfbelasting over het bedrag dat boven je vrijstelling uitkomt.
Je hebt recht op de hogere vrijstelling voor kinderen met een beperking als je voldoet aan de volgende 2 voorwaarden:
Giften kunnen je vermogen stapsgewijs verkleinen. Zo kun je jaarlijks de toepasselijke schenkingsvrijstellingen en de eerste tariefschijf benutten, waardoor bij een onverhoopt overlijden minder erfbelasting verschuldigd is. Daarnaast is het voordeel dat een eventuele waardestijging van geschonken vermogensbestanddelen direct aan de begiftigde toekomt en niet later ook nog belast vererft. Als u overweegt schenkingen te doen, is het altijd goed eerst na te gaan hoeveel erfbelasting bij overlijden verschuldigd is.
Iedereen die een schenking ontvangt heeft tot een bepaald bedrag een vrijstelling. Dit betekent dat boven dat bedrag wél en onder dat bedrag geen schenkbelasting hoeft te worden betaald.
Wie schenkt aan wie? | Bestedingsdoel | 2024 |
Ouder(s) aan kind Onder 'kind' verstaan wij ook een pleegkind en een stiefkind. | Beslist kind zelf | € 6.633
|
Kind aan ouder(s) | Beslist ontvanger zelf | € 2.658 |
Grootouder(s) aan kleinkind, of andersom | Beslist ontvanger zelf | € 2.658 |
Oom/tante aan neef/nicht, of andersom | Beslist ontvanger zelf | € 2.658 |
Broer aan zus, of andersom | Beslist ontvanger zelf | € 2.658 |
Geen familie | Beslist ontvanger zelf | € 2.658 |
Eenmalig verhoogde vrijstelling Ontvanger of partner is tussen de 18 en 40 jaar | ||
Ouder(s) aan kind | Beslist kind zelf | € 31.813 |
Ouder(s) aan kind | t.b.v. de eigen woning (verbouwing of aflossing hypotheek) | € 66.268
|
* Eenmalig, spreiding onder voorwaarden mogelijk, zie art. 32a lid 2 SW
Kijk ook hier eens naar de informatie over erven en erfbelasting die de Belastingdienst graag met je deelt.
Je kan bij leven zodanig plannen en voorbereiden dat over je nalatenschap minder erfbelasting is verschuldigd. We noemen dat Estate Planning.
Zo kan het opheffen of wijzigen van huwelijkse voorwaarden een vermindering van erfbelasting tot gevolg hebben. Wanneer de huwelijkse voorwaarden worden opgeheven, ontstaat een gemeenschap van goederen. Een vermindering van de erfbelasting bij gemeenschap is mogelijk omdat in deze met voorbeeld 2 geïllustreerde situatie, twee keer over de helft van het totale vermogen van beide echtgenoten erfbelasting wordt geheven in plaats van in één keer over een groter geheel. Er kan dan gebruik worden gemaakt van lagere tariefschijven en van bepaalde vrijstellingen.
Hetzelfde kan worden bereikt door in de huwelijkse voorwaarden een zogenaamd finaal verrekenbeding op te nemen. Op grond van een finaal verrekenbeding dat geldt bij overlijden wordt bij het overlijden afgerekend alsof de echtgenoten in gemeenschap van goederen waren gehuwd.
Een verschil met de ‘echte’ gemeenschap van goederen is dat door een finaal verrekenbeding de waarde van de goederen wordt verrekend, zodat de minder vermogende echtgenoot een vordering in geld krijgt op de meest vermogende echtgenoot. Verder heeft en houdt iedere echtgenoot het privévermogen zoals tijdens het huwelijk reeds het geval was. Ook is iedere echtgenoot niet aansprakelijk voor (niet-huishoudelijke) schulden die de ander is aangegaan. Bij een dergelijk finaal verrekenbeding kan bepaald worden dat er ook bij echtscheiding verrekening plaatsvindt.
Of het opheffen van de gemeenschap van goederen of een finaal verrekenbeding in jouw situatie interessant is, hangt af van de specifieke omstandigheden en je wensen voor de vererving van je vermogen. Het is daarom raadzaam om hierbij onze hulp in te roepen.
Je kan daarnaast de nalatenschap en daarmee dus de belastingdruk ook verkleinen door te schenken. Een schenking is een overeenkomst waarbij de ene partij - de schenker - ten koste van zijn eigen vermogen de andere partij - de begiftigde - verrijkt zonder iets van de begiftigde als tegenprestatie te verlangen. Het kan gaan om goederen of contant geld, maar ook om het overboeken of storten van een bedrag op iemand anders zijn rekening. Ook bij het wel of niet verrichten van een prestatie kan sprake zijn van een schenking. Zo valt ook het kwijtschelden van een schuld onder het begrip schenking.
Er gelden geen vormvereisten voor een schenking. Op deze regel is echter één uitzondering, de zogenaamde schenking ter zake des doods. Dit is een schenking die de begiftigde pas ontvangt bij het overlijden van de schenker, en die in een notariële akte moet worden vastgelegd.
Hoewel voor overige schenkingen geen vormvereisten gelden, kan het toch raadzaam zijn om een schenking in een notariële akte vast te leggen. Dit is bijvoorbeeld het geval met oog op de bewijskracht of in verband met leveringsvoorwaarden voor een bepaald goed, of omdat het wenselijk is om bepaalde voorwaarden aan de schenking te verbinden.
De naam levenstestament is verwarrend. In een testament regel je wat er na je overlijden met je vermogen moet gebeuren. Maar wat moet er gebeuren als je niet overlijdt, maar ziek wordt - denk aan een beroerte of dementie - of een ongeval krijgt en hierdoor niet meer in staat bent om je eigen belangen zelf te behartigen. Dan biedt het levenstestament, ook wel pre-testament, uitkomst.
Het levenstestament is een algemene volmacht. Een volmacht die jij bij leven aan (een) gevolmachtigde(n) verleent - vaak je partner of kinderen - om jou te vertegenwoordigen in het geval jijzelf ten gevolge van ziekte of een ongeval niet weer bekwaam bent om je eigen wil te bepalen. Het levenstestament bevat daarnaast veelal je wensen op medisch en persoonlijk gebied.
Het levenstestament is, anders dan het testament bij overlijden, niet in de wet geregeld. Veel handelingen, waarvoor in een levenstestament volmacht wordt gegeven, kunnen alleen bij volmacht worden verricht als deze in een notariële akte zijn vastgelegd.
Iedereen van 18 jaar is volgens de wet meerderjarig en handelingsbekwaam. Dat betekent dat je zelfstandig rechtshandelingen kunt verrichten. Zo kan je overeenkomsten aangaan. Je kan bijvoorbeeld kopen, huren, lenen en trouwen. Zonder dat je toestemming nodig hebt van wettelijke vertegenwoordigers, zoals je ouders.
Soms kunnen meerderjarige mensen hun eigen belangen niet goed behartigen. Dat kan gelden voor bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking, mensen met psychiatrische problemen, mensen met een verslaving of dementerenden. Ze overzien de gevolgen van hun handelen niet en nemen daardoor niet altijd de juiste beslissingen. Zij moeten dan beschermd worden. Curatele, beschermingsbewind en mentorschap zijn verschillende maatregelen om mensen te beschermen die zelf niet goed beslissingen kunnen nemen.
Curatele is voor mensen die hun financiële en persoonlijke zaken niet zelf kunnen regelen en voor wie beschermingsbewind en/of mentorschap niet volstaat. Een curator beslist over geld, verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding van de betrokkene. Iemand die onder curatele staat is handelingsonbekwaam. Alle lopende ondercuratelestellingen staan in het openbare curatele- en bewindregister.
Beschermingsbewind is voor mensen die hun financiële zaken niet zelf kunnen regelen. De beschermingsbewindvoerder beheert het geld en de goederen van de betrokkene. Beschermingsbewind kan wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden worden ingesteld. Deze bewinden staan in het openbare curatele- en bewindregister. De bewindvoerder heeft voor een aantal handelingen vooraf de toestemming van de Kantonrechter nodig .
Mentorschap is voor mensen die hun persoonlijke zaken niet meer zelf kunnen regelen. De mentor beslist over de verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding van de betrokkene.
De meeste mensen realiseren zich niet dat zonder een levenstestament je partner of je kinderen helemaal niets voor jou kunnen beslissen of namens jou kunnen handelen. Als je geen levenstestament hebt, bepaalt de rechter wie je belangen het best kan behartigen. Ook als je getrouwd bent. De rechter benoemt dan een curator of een bewindvoerder, afhankelijk van de situatie. De gang naar de rechter is geen fijn traject, kan leiden tot onduidelijkheid en onbegrip, is kostbaar en helpt je niet als er haast is geboden. Deze gerechtelijke tussenkomst kun je voor zijn door een levenstestament op te maken.
Daarnaast wordt door velen verondersteld dat de familie het altijd voor het zeggen heeft bij het maken van een keuze van doorbehandelen of stoppen met medische handelingen. Dat is juridisch niet het geval. De artsen zullen overleggen. Maar zij nemen hun eigen beslissing. Dat is anders als je een levenstestament hebt opgesteld. Dan neemt de persoon die jij hebt aangewezen namens jou de besluiten. Die kan ook overleggen met de andere familieleden, maar het staat op voorhand vast wie beslissingsbevoegd is.
Het levenstestament heeft meerdere functies. Het is in de eerste plaats voor jezelf van belang vast te leggen wat je wensen zijn in het geval je dat niet zelf kunt aangeven. Maar het is ook voor iedereen die voor je zorgt of met je samenwerkt van belang om te weten wat je wensen zijn, zoals je partner, je kinderen en naaste familie, je zakelijke partner(s) en zorghulpverleners.
Op het moment dat je de volmacht afgeeft, dus bij het ondertekenen van de akte bij de notaris, moet je wilsbekwaam zijn. Je moet de gevolgen van je handeling kunnen overzien. Zodra de gevolgen van een handeling niet meer overzien worden door een persoon, spreken we van wilsonbekwaamheid. Bij wilsonbekwaamheid mogen belangrijke handelingen of beslissingen op bijvoorbeeld financieel of medisch gebied niet meer door de persoon zelf genomen worden.
Bij beslissingen rond de zorg of medische behandeling is de arts de eerste die bepaalt of iemand al dan niet wilsbekwaam is. Hij doet dat samen met andere behandelaars en kan daarbij advies vragen aan een psycholoog. Het is aan de notaris om vast te stellen of iemand die voor hem verschijnt voor een notariële akte wilsbekwaam is. De notaris heeft een zorgplicht om dat vast te stellen. Bij twijfel zal hij een kantoorgenoot raadplegen, in geval van tekenen van dementie een MMSE-test afnemen of zal hij een medicus raadplegen. Stelt hij vast dat de volmachtgever wilsonbekwaam is, dan zal de notaris zijn diensten moeten weigeren.
De diagnose dementie of alzheimer op zich betekent niet dat die persoon niet meer wilsbekwaam is. Zeker nu de diagnose dementie steeds vaker al in een vroeg stadium kan worden gesteld, kunnen mensen nog veel zaken zelf regelen. Iemand is namelijk wilsbekwaam totdat het tegendeel blijkt. Bij het bepalen van wilsbekwaamheid gaat het om de vraag of de persoon de gevolgen van zijn eigen handelen of beslissingen nog kan begrijpen.
Vaak is de situatie minder zwart-wit. Een ouder met dementie verliest geleidelijk de bekwaamheid om zelf alle beslissingen te nemen. Rekenen, lezen en omgaan met geld gaan steeds moeilijker. Situaties worden steeds lastiger te overzien en beslissingen nemen is moeilijk. De ouder kan moeilijker opkomen voor zijn of haar eigen belangen. Ook het vermogen tot abstract denken en in de toekomst kijken gaat verloren.
Bij beginnende dementie zal de ouder het ene moment wel en het andere moment niet voor zichzelf kunnen beslissen. Het hangt van de aard van de beslissing af of de ouder nog als wilsbekwaam te beschouwen is of niet. Zo kan iemand wilsonbekwaam zijn om het testament te wijzigen of te beslissen om in een verpleeghuis te gaan wonen, omdat de strekking of de gevolgen niet meer door de persoon te overzien zijn. Maar de ouder kan wellicht nog prima beslissen of hij of zij op een één- of meer persoonskamer van dat verpleeghuis zou willen slapen, of welke kleding hij zou willen dragen. Bij beginnende dementie geldt dat de ouder in eerste instantie altijd over zichzelf beslist. Bij de eerste tekenen van wilsonbekwaamheid mag een ander dus zeker niet zomaar alle beslissingen van deze persoon overnemen.
De mogelijkheid van het opstellen van een levenstestament bestaat sinds 24 september 2010. Het is op verzoek van ouderenorganisaties en kantonrechters in het leven geroepen om onduidelijkheid te voorkomen. Wij zien dat in de praktijk het maken van een levenstestament een enorme hoge vlucht heeft genomen en er heel veel vraag naar is. Het bewijst daarmee dat het in een grote behoefte voorziet.
De belangrijkste elementen om op te nemen in een levenstestament zijn de volgende.
Wie zijn de beoogde gevolmachtigde(n)? Zij worden ook wel aangeduid als levensexecuteur of vertrouwenspersoon. Vaak is de partner de eerste keuze of zijn dat de kinderen. Je kan voor verschillende volmachten, verschillende gevolmachtigde aanwijzen. Je kan ook een vervangende gevolmachtigde aanwijzen in geval van ontstentenis of belet van de eerst aangewezene. Zijn er al eerder gevolmachtigden aangewezen? We bevelen aan dat een gevolmachtigde ook zaken moet kunnen doen met zichzelf, bijvoorbeeld de ouderlijke woning overdragen aan zichzelf (en broers en zussen).
Je kan in je levenstestament opnemen dat je niet in alle gevallen een medische behandeling wilt ondergaan. Dit is iets anders dan euthanasie. We doelen op situatie dat je geen nieuwe behandeling meer wenst. Met de volmacht leg je deze beslissing bij de gevolmachtigde. Je kan ook een levenstestament maken zonder dit behandelverbod. Je kan ook het tegenovergestelde bepalen: dat je juist niet wilt dat een behandeling wordt gestaakt. Je wenst, misschien op religieuze gronden, dat de behandeling wordt voortgezet. Je doet dit door de levenswensverklaring van de Nederlandse Patiënten Vereniging van toepassing te verklaren. Zie www.nppvzorg.nl. Als je er nog toe in staat bent overleg dan altijd met de behandelende artsen dat je deze verklaring en volmacht hebt opgesteld.
Je kan een lijst van welbevinden opmaken. Daarmee geef je aan hoe je jouw laatste levensfase zo prettig mogelijk wenst in te vullen.
Je kan besluiten in het levenstestament ook een euthanasieverklaring op te nemen. Dat is een verklaring waarin jij bepaalt in welke gevallen je een arts verzoekt over te gaan tot levensbeëindiging. Een arts is niet verplicht om hiernaar te handelen. Met het opnemen van een euthanasieverklaring in je levenstestament geef je de bevoegdheid om het definitieve besluit omtrent levensbeëindiging te nemen aan je gevolmachtigde, voor de situatie dat jij dat niet meer zelf kan beslissen. Wij bevelen dat niet aan. Behandelende artsen wensen dat je een dergelijke verklaring in hun bijzijn maakt. Bovendien willen zij dat de euthanasieverklaring regelmatig is herhaald, waaronder ook recent voor het gewenste levenseinde. Wij adviseren je, ingeval je euthanasieverklaring zou wensen, om een afzonderlijke euthanasieverklaring voor een waardig einde op te stellen en verwijzen je voor een model naar de website www.nvve.nl, van de NVVE, de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Bespreek je wens en de verklaring door met je huisarts of behandelend geneesheer.
We nemen in het levenstestament op wanneer de volmacht ingaat, wanneer de volmacht eindigt. Het heeft de voorkeur de volmacht per direct na het ondertekenen van het levenstestament in te laten gaan. Het is echter meestal de bedoeling dat de gevolmachtigde pas echt namens jou gaat optreden op het moment dat jij het zelf niet meer kunt. De zekerheid die je zoekt dat er geen misbruik van je volmacht wordt gebruik moet je vooral zien te vinden in de betrouwbaarheid van de door jou gekozen gevolmachtigde. Je kan het levenstestament op ieder moment herroepen of wijzigen door een nieuwe notariële akte te laten passeren. Het is dan van belang om degenen die u inzage heeft gegeven in de eerdere volmacht op de hoogte te stellen van die herroeping of wijziging.
Het levenstestament wordt bij de notaris in de kluis bewaard en de notaris geeft je een origineel gewaarmerkt afschrift van de notariële akte. Het is verstandig de akte te laten registreren in het Centraal Levenstestamentenregister (CLTR). Wij doen dat in alle gevallen. Het CLTR biedt geen inzage in de inhoud van het levenstestament. Alleen notarissen hebben toegang tot de gegevens van het CTLR. Deze situatie is vergelijkbaar met het maken en registreren van een gewoon testament. Door de registratie kunnen belanghebbenden te weten komen of iemand een levenstestament heeft gemaakt en of dit niet herroepen is.