×

22-03-2023

Wie erft er wat bij een samengesteld gezin?

Wie erft er wat bij een samengesteld gezin?


Heb je een samengesteld gezin (met eigen kinderen, stiefkinderen of zelfs pleegkinderen)? Wie erft er dan van jou volgens de wet en kun je dit ook anders regelen?
Er zijn steeds meer samengestelde gezinnen. Door tweede huwelijken is in gezinnen sprake van kinderen die beide ouders gemeenschappelijk hebben en kinderen die dat niet hebben. Ook zijn er gezinnen met pleegkinderen. Hoe zit het met de rechten van die kinderen op het gebied van erfrecht en de erfbelasting ten opzichte van hun (stief)ouders of grootouders en ten opzichte van elkaar?

In dit artikel wordt aan de hand van de familie Gans daarop nader ingegaan. Je leest allereerst over de manier waarop ‘juridische’ familiebanden kunnen ontstaan. Dat is een vereiste om – als er géén testament is gemaakt – van elkaar te kunnen erven. Wij geven een aantal voorbeelden van de wijze van vererving als sprake is van een samengesteld gezin. Een testament is in het geval van een samengesteld gezin aan te raden: jij bepaalt dan namelijk zelf welke kinderen wél of juist niet van jou moeten erven en wie hoeveel erft. Tot slot wordt ook aandacht besteed aan de erfbelasting; hoeveel erfbelasting betalen eigen kinderen, stief- en pleegkinderen?

Vererving door een ‘juridische’ familieband
Om als kind van een ouder te kunnen erven (terwijl die ouder geen testament heeft gemaakt), moeten er familierechtelijke banden zijn tussen het kind en de ouder. Als er (eenmaal) een juridische band is met een ouder, dan is er automatisch ook een juridische band met alle andere bloedverwanten van deze ouder, zoals diens ouders of andere kinderen. Op dat moment kan het kind ook van hen erven.

Juridisch moederschap
Voor een moeder is over het algemeen deze ‘juridische’ familieband met het kind vaak al duidelijk, omdat het kind uit haar geboren wordt. Moeder maakt immers geen bastaard. De ‘biologische’ moeder is dan ook de ‘juridische’ moeder. Het kind kan bij haar overlijden van haar erven. Bij een vader is het ingewikkelder. De biologische vader is namelijk niet steeds ook automatisch de juridische vader.
 
Juridisch vaderschap
Een man is de juridische vader van een kind als hij bij de geboorte van het kind met de moeder is getrouwd of een geregistreerd partnerschap heeft. Ook als hij – als echtgenoot of geregistreerd partner van de moeder – overlijdt en de moeder bevalt binnen 306 dagen na zijn overlijden van een kind, dan wordt de overleden man aangemerkt als de juridische vader van dat kind en kan dit kind dus van hem erven.

Het kan zijn dat een kind is verwekt door een andere man dan de man waarmee de moeder is getrouwd. Als het kind geboren wordt tijdens het huwelijk, wordt het kind automatisch geacht het kind te zijn van de echtgenoot van de moeder. Dit is dan niet de biologische vader (de verwekker) van het kind, maar deze persoon wordt op grond van de wet wel de ‘juridische’ vader.

De juridische vader van het kind, of het kind zelf, kan dat ouderschap nog wel ontkennen via een rechterlijke procedure. Als dit slaagt, wordt gedaan alsof het door huwelijk ontstane vaderschap nooit heeft bestaan. De echtgenoot van de moeder is dan dus geen juridisch vader en het kind zal dan ook niet meer van deze man en zijn bloedverwanten kunnen erven op grond van de wet.

Van juridisch vaderschap is ook sprake als de vader het kind heeft erkend, zijn vaderschap gerechtelijk is vastgesteld of als hij het kind heeft geadopteerd.

Let op: als je ongehuwd samenwoont en samen een kind verwacht! Ben jij de biologische vader, dan erft jouw kind alleen van jou als jij het kind erkent!

Als ouders ongehuwd samenwonen, erft het kind niet automatisch van zijn (biologische) vader. Dit is alleen het geval als de biologische vader het kind heeft erkend, óf als diens vaderschap gerechtelijk wordt vastgesteld. Erken als biologisch vader dan ook je kind! Dit kan al tijdens de zwangerschap of bijvoorbeeld bij de aangifte van de geboorte. Ook een meerderjarig kind kan (nog) worden erkend.

Erkenning
Erkenning gebeurt door een akte van erkenning op te laten maken door een ambtenaar van de burgerlijke stand (hier zijn geen kosten aan verbonden), of door een akte bij de notaris.

Adoptie
Door adoptie wordt de band van het kind met zijn biologische ouders als het ware doorgesneden. Er ontstaan nieuwe familiebanden met de adoptieouders en de andere kinderen en bloedverwanten van die adoptieouders. Een adoptiekind is dan dus een ‘echt’ eigen kind geworden en erft vervolgens automatisch ook op dezelfde manier.

Pleegkinderen
Voor pleegkinderen is dit anders. Het komt vaak voor dat andermans kind in het gezin wordt opgenomen. Als er geen sprake is van adoptie, ontstaat er ook geen familieband. Een pleegkind erft dus niet ‘automatisch’ van zijn pleegouder(s).

Als je wilt dat een pleegkind van je erft, moet je een testament maken waarin je het pleegkind tot erfgenaam benoemt. Je kunt in een testament ook ervoor kiezen om het pleegkind niet tot erfgenaam te benoemen, maar bijvoorbeeld wel een bepaald geldbedrag te geven, dat het pleegkind uit je erfenis ontvangt als je overlijdt. Wij kunnen je hierover nader adviseren.

Hoe zit het bij een halfbroer of -zus en een stiefkind?
Het is van belang om onderscheid te maken tussen een halfbroer of -zus en een stiefkind.
In de relatie tussen kinderen onderling kan sprake zijn van halfbroers- of zussen.

Halfbroers of -zussen hebben één gemeenschappelijke ouder. Er is een band met die ene gemeenschappelijke ouder, maar niet met de andere ‘ouder’ (ook wel stiefouder genoemd). Zo’n kind erft dus niet van zijn stiefouder, tenzij de stiefouder dat bij testament anders heeft geregeld.

In de relatie tussen de (nieuwe) echtgenoot van een ouder en een kind, kan sprake zijn van een stiefkind. Een stiefkind is een kind uit een eerdere relatie van een van de echtgenoten. Een stiefkind heeft geen juridische band met de (nieuwe) partner van zijn ouder (zijn stiefouder).

Regeling wettelijke erfopvolging: wie erven er en voor welke delen?
Volgens de wet zijn in de eerste plaats de langstlevende ouder samen met de eigen kinderen erfgenamen, ieder voor een gelijk deel. Soms vindt er ‘plaatsvervulling’ plaats. Een voorbeeld van plaatsvervulling is dat de kinderen van een vooroverleden kind, de plaats van dit overleden kind innemen als erfgenaam. Deze in de plaats tredende (klein)kinderen, erven dan samen het deel van het vooroverleden kind.

Als er in die eerste groep niemand is (er is geen langstlevende ouder en er zijn ook geen eigen afstammelingen), dan komt de tweede groep de beurt: de ouders, (half)broers en (half)zussen van de overledene. De wet bepaalt dan dat het erfdeel van de ouders tenminste een kwart (25%) moet zijn. Bovendien bepaalt de wet dat een halfbroer/-zus de helft erft van wat een ‘volle’ broer/zus erft. Voor het overige erven de personen in deze groep voor gelijke delen. Als er in de tweede groep niemand is, komt de derde groep of zelfs vierde groep aan de beurt. Van de wettelijke erfopvolgingsregeling kan bij testament worden afgeweken en een andere regeling op maat worden gemaakt.

Voorbeeld wettelijke erfopvolging samengesteld gezin
Jan Gans heeft uit zijn eerste huwelijk met Anneke drie kinderen: Hans, Margriet en de geadopteerde Isabella. Na zijn scheiding hertrouwt Jan met Inge, die uit haar eerste huwelijk ook twee kinderen heeft: Hugo en Roos. Samen krijgen Jan en Inge nog een dochter Diny.

Wie erft van vader Jan?

Tussen Jan bestaan familiebanden met zijn kinderen Hans, Margriet, Isabella en Diny. Hij laat bij zijn overlijden dus vijf erfgenamen (ook zijn echtgenote Inge) achter. Voor Jan zijn Hugo en Roos stiefkinderen. Die erven op grond van de wet niet van hem.

Wie erft van zoon Hans?

Voor Hans, Margriet en Isabella is enkel Diny een halfzus (Hugo en Roos zijn geen halfbroer of -zus van hen). Als Hans ongehuwd en kinderloos overlijdt erven op grond van de wet zijn vader Jan, zijn moeder Anneke, zijn ‘volle’ zussen Margriet en Isabella en zijn halfzus Diny. Iedere ouder erft tenminste 1/4e en Diny als halfzus erft de helft van wat Hans’ volle zussen erven. Dit ziet er als volgt uit: Het erfdeel van Jan en Anneke is voor ieder 1/4e. Dan resteert nog 1/2e waarin Margriet en Isabella twee keer zoveel krijgen als Diny, dus per saldo erven Margriet en Isabella ieder 2/10e en Diny 1/10e.

Stiefkinderen betrekken in de wettelijke verdeling
Tussen de langstlevende ouder en de eigen kinderen geldt in principe (als er geen testament is gemaakt waarin iets anders is bepaald) de zogenoemde ‘wettelijke verdeling’. Hierdoor erft de langstlevende alles en krijgen de kinderen een geldvordering op de langstlevende ter grootte van hun erfdeel. Dit geldbedrag is in principe pas opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende.

De wet heeft ook geregeld dat er een of meer stiefkinderen in de wettelijke verdeling kunnen meedoen. Hiervoor moet wel een testament worden gemaakt. Dit gebeurt nooit automatisch. De stiefkinderen moeten dan in het testament tot erfgenamen worden benoemd en in deze wettelijke verdeling worden betrokken.

Inge kan een testament maken en daarin een of meer van Jan’s kinderen tot mede-erfgenaam benoemen en dan de wettelijke verdeling van toepassing verklaren. Hierdoor krijgt Jan haar hele erfenis, maar krijgt daartegenover aan ieder van de zes kinderen een schuld ter grootte van 1/7e van haar nalatenschap.

Erfbelasting en kinderen, adoptiekinderen en stiefkinderen; wie betaalt wat?
Een adoptiekind is voor de erfbelasting automatisch gelijkgesteld met een eigen kind. Dat betekent dat een adoptiekind, net als een eigen kind, een vrijstelling voor erfbelasting heeft van € 22.918 (cijfer 2023) en dat voor hetgeen boven deze vrijstelling wordt geërfd, het erfbelastingpercentage van 10% tot 20% geldt (in tegenstelling tot het hogere percentage van 30% tot 40%, dat bijvoorbeeld geldt tussen broers en zussen).

Stief- en pleegkinderen worden voor de erfbelasting ook onder bepaalde voorwaarden gelijkgesteld aan een kind.

Een stiefkind wordt na te zijn betrokken in de wettelijke verdeling gelijk behandeld als een kind. Ook de eventuele kinderen van de stiefkinderen worden dan voor de erfbelasting (als zij iets uit de erfenis krijgen) beschouwd als eigen kleinkinderen.

Een pleegkind kan niet, zoals een stiefkind, bij testament in een wettelijke verdeling worden betrokken. Een pleegkind kan in een testament wel tot erfgenaam worden benoemd of een legaat toegekend krijgen. Op de verkrijging van het pleegkind is dan wel het kinds-tarief (10%-20%) en de vrijstelling van een kind van € 22.918 (cijfer 2023) van toepassing, mits het pleegkind tot zijn/haar huwelijk of maximaal zijn 21e jaar gedurende minimaal 5 jaar onafgebroken door de pleegouder(s) als eigen kind is opgevoed en onderhouden. Bij testament kunnen andere regelingen worden getroffen.

Samenvatting en tip
Op grond van de wettelijke erfregels erft een kind alleen van zijn ‘ouder’ als een kind op het moment van het overlijden van diens ‘ouder’ een familieband had met deze ouder. Die familieband is er soms automatisch en soms moet die ‘gevormd’ worden (dat gebeurt bijvoorbeeld in geval van een adoptie).

Een stiefkind erft niet automatisch van zijn stiefouder op grond van de wet, wanneer zijn stiefouder overlijdt. Een stiefouder kan een stiefkind wel in zijn testament als erfgenaam benoemen en bepalen dat een stiefkind erft alsof het een eigen kind is door het stiefkind ‘mee te laten doen’ in de wettelijke verdeling.

De wettelijke verdeling kan niet van toepassing worden verklaard ten opzichte van een pleegkind. Een pleegkind kan uiteraard wel in een testament tot erfgenaam of legataris worden benoemd.

Voor wat de erfbelasting betreft, worden stief- en pleegkinderen onder bepaalde voorwaarden gelijkgesteld aan een (eigen) kind. In dat geval hoeven ze over hun erfenis niet meer erfbelasting te betalen dan een eigen kind.

Voor samengestelde gezinnen is het aan te raden om bij ons een testament te maken en de zaken vooraf – geheel conform uw wensen en dus op maat – goed te regelen. 
Wilt u meer advies over dit onderwerp? Kom langs of bel ons op +31 (0)10 44 53 777. Wij zien ernaar uit om je te mogen begroeten.










Dit artikel is ontleend aan ‘Met Recht Geregeld’ (www.metrechtgeregeld.nl), product van FBN Juristen.

FBN Juristen en MAES notarissen besteden de uiterste zorg aan de inhoud van de artikelen, maar aanvaarden geen aansprakelijkheid in geval van onvolledigheid of onjuistheid van een artikel, noch voor de gevolgen daarvan.