Onze website op jouw voorkeuren in richten.
Zo kun je gemakkelijk navigeren en zijn relevante pagina’s sneller vindbaar.
Is nader onderzoek nodig naar de vrijstellingen en andere fiscale regelingen binnen de overdrachtsbelasting? Ja, luidt het antwoord in een door de staatssecretaris van Financiën opgestelde verkenning. De komende jaren worden daarom 20 vrijstellingen, het verlaagde tarief voor woningen en de tariefdifferentiatie in de overdrachtsbelasting geëvalueerd.
Sinds 2011 geldt een verlaagd tarief voor woningen. En sinds 2021 gelden er voor verschillende doelgroepen verschillende tarieven bij verkrijging van een woning. Kopers onder de 35 jaar betalen bijvoorbeeld geen overdrachtsbelasting – mits de woning niet duurder is dan 440.000 euro. Dit wordt de startersvrijstelling genoemd. Wie geen starter is maar wel een woning koopt om er zelf in te wonen, betaalt 2 procent overdrachtsbelasting. In andere gevallen moet 10,4 procent worden betaald.
Tariefdifferentiatie
In 2024 wordt volgens de verkenning deze zogenoemde tariefdifferentiatie geëvalueerd, inclusief de startersvrijstelling. In 2025 staat de volgende evaluatie op het programma: vrijstellingen in de overdrachtsbelasting voor ondernemers. Vervolgens wordt in 2026 gekeken naar vrijstellingen voor natuur en landbouw en in 2027 naar vrijstellingen van technische of notariële aard.